Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Samuel [48]zag Saul niet meer [49]tot den dag zijns doods toe; [50]evenwel droeg Samuel leed om Saul; en het berouwde den HEERE, dat Hij Saul tot koning over Israel gemaakt had. 48. Anders, en bezocht Saul niet meer; te weten, om hem te onderrichten aangaande de regering des koninkrijks, of om God voor hem te vragen. Anderszins heeft Samuel Saul onverhoeds gezien te Najoth in Rama, onder, hfdst.19 vs.24. Zien voor bezoeken staat ook 2 Kon.8:29, en elders meer. 49. Denzelven daarmede ingerekend. Hij wil zeggen dat hij hem nooit weder bezocht heeft. 50. Samuel heeft zijn levenlang over Saul geen leed gedragen, maar zolang, totdat het hem van God verboden was, en het hem van den Heere bevolen was David tot koning over Israel te zalven, gelijk te zien is onder, hfdst.16 vs.1.